Kongee chords

Ed Kooyman

Key: 

Simplify chords 

  			Intro 
E  A  E  B7  E 

verse 1 
E                                A            E 
Al de droeve winterdagen zijn vergeten en voorbij 
            E                              B7 
en ’t wordt tijd dat we gaan denken aan kongee 
        E                              A           E 
Als het zonnetje gaat schijnen gaan we met de auto rijden 
                       B7           E 
Goed ver weg van al de rommel in de stee. 
    A                               E 
Alleman wil al eens vluchten uit de sleur, 
   F#                                B7 
we gaan er voor een week of drie van door. 


      E                                   A             E 
En we trekken naar den buiten, daar staan bomen, da’s gezond 
         E             B7           E 
goed ver weg van al de rommel in de stee. 

verse 2 
      E                               A                  E 
We vertrekken in de vroegte swens dat heel de straat nog slaapt 
       E                           B7 
en het zonneke komt piepen door de ruit. 
         E                         A              E 
’t Was gepland om halfacht, maar om kwartje van de zessen 
          E              B7          E 
zijn w’al stilletjes het hoekske omgedraaid. 
         A                                    E 
Heel het jaar hebben we gewroet met d’anderen mee; 
   F#                             B7 
zo gaan we nog wat hebben aan ons pree. 



      E                                   A            E 
En we trekken naar den buiten, daar staan bomen da’s gezond, 
         E             B7           E 
goed ver weg van al de rommel in de stee. 

verse 3 
      E                         A          E 
Op de grote baan gekomen liggen alle wegen open 
      E                            B7 
en we voelen ons getweekes heel tevree. 
        E                           A               E 
Van met Pasen is het geleden dat we naar den buiten reden 
        E            B7           E 
met ons bokes en ons termoske met thee. 
      A                                   E 
En al gaat het met ons kar maar stillekes aan 
   F#                           B7 
zo rijden we geen kiekes van de baan. 


        E                                   A            E 
Want we trekken naar den buiten, daar staan bomen da’s gezond, 
         E            B7           E 
goed ver weg van alle rommel in de stee. 

verse 4 
       E                                    A          E 
In het bos legt mijn lief vrouwke een groot tafellaken open 
          E                             B7 
swens dat ik gaan zien of da’k wat eten vind. 
         E                           A                 E 
Want een Antwerpse toerist, laat ons zeggen gelijk het is 
         E            B7              E 
kan niet leven zonder frieten met een pint. 
     A                          E 
Pikkenikken in het bos dat is gezond 
      F#                           B7 
en we smijten geen papierkes op de grond. 


        E                               A             E 
Want we zijn hier op den buiten, proper mensen van de stad 
         E              B7                 E 
waar dat alles naar het zweet en ’t werken stinkt. 


Verse 5 
NC                       E NC           A NC          E 
Als den avond is gevallen zijn de koeien in de stallen 
NC                                   A Bb B 
en de boerkes zitten thuis voor den TV. 
NC                         E NC          A  NC        E 
Plooien wij ons tentje open en we kruipen dicht bijeen 
NC                 B7              E 
en genieten van de avondlijke vree. 
          A                             E 
Daar zijn vliegen, muggen, wepsen en zo meer 
        F#                        B7 
maar ze laten ons gerust voor ene keer. 


        E                                   A             E 
Want we zijn hier op den buiten, hier is’t ’s avonds zo gezond 
         E               B7           E 
goed ver weg van alle de rommel in de stee. 

Verse 6 
      E                          A               E 
En na drie sublieme weken in dat vreedzaam boerengat 
           E                                B7 
gaan ons gedachten terug naar Meir en Keizerlei. 
         E                                 A 
d’ Er is niks zo goed als ’t Scheld, en de Melkmarkt en de 
E                    E               B7              E 
Groenplaats, waar ge uren kunt staan wachten op tram drie. 
       A                          E 
Al het koren is verdwenen van het veld, 
      F#                          B7 
en we zitten al twee dagen zonder geld. 


       E                         A              E 
Dus we nemen het besluit van ons schupken af te kuisen, 
       E          B7           E 
en ons vogelvrije dagen zijn geteld 

Verse 7 
       E                            A                E 
Als we terug zijn in de stad, is er echt nog niks veranderd, 
      E                           B7 
en de mensen doen nog altijd even druk. 
       E                                A             E 
Al ons vrienden moeten horen hoe dat we op den buiten woonden 
       E                B7            E 
in ons tentje voor drie weken aan een stuk. 
         A                     E 
Och, het was ne formidabele kongee, 
         F#                                        B7 
maar ons vrienden zeggen: volgend jaar dan gaan we mee. 


             E                                   A 
Want als het zonneke terug gaat schijnen gaan we met den auto 
E                E            B7           E 
rijden, goed ver weg van alle rommel in de stee. 
    	

Top songs from Ed Kooyman